
Je paard heeft extra energie nodig om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Of in andere woorden brandstof om zijn inwendige kacheltje te laten branden.
Wel, dit is afhankelijk van hoeveel kouder het is dan de koudste omgevingstemperatuur waarin je paard graag vertoeft. Koude dagen zijn dus dagen waarop het kouder is dan de grenstemperatuur van je paard, zeg maar. Deze grenstemperatuur is voor elk paard anders. Het is enerzijds afhankelijk van de omgeving waarin je paard zich gewoonlijk bevindt: op de wei, in een loopstal, in een dichte stal,... Anderzijds is deze grenstemperatuur ook afhankelijk van onder meer het ras, de leeftijd, de dikte van de vacht (geschoren of niet geschoren), de dikte van de dekens,...
Bijvoorbeeld: Bij onze sportpaarden die in de winter geschoren met de gepaste dekens gewoon zijn om op stal te staan, zal deze grenstemperatuur rond de 10°C liggen. Maar bij pony’s, ongeschoren paarden, paarden met overgewicht, paarden op de wei,... kan deze grenstemperatuur tot 0°C gaan.
Per graad dat het kouder is dan de grenstemperatuur heeft je paard 2.5% meer energie nodig.
In het algemeen nemen we dat per graad dat het kouder is dan de grenstemperatuur van je paard het ongeveer 2.5% meer energie zou moeten opnemen om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. We gaan er dan vanuit dat je paard in de winter evenveel beweging/training krijgt als op warme dagen. Want beweging voor je paarden is uiteraard in de winter even belangrijk als in de zomer!
Het geschoren sportpaard dat nu op training moet in omgevingstemperaturen rond het vriespunt zal dus een pak meer energie (zo een 20-25%) moeten opnemen.
Dit doen we liefst in de vorm van ruwvoer. Ruwvoer blijft de beste voedingsbron voor de maag/darm gezondheid van jouw paard. We denken aan hooi, voordroog, bietenpulp, luzerne,... Waarschijnlijk staan jouw paarden meer op stal in de winter.
Kies 3 à 4 voerbeurten per dag met kwalitatief ruwvoer.
Gekende problemen zoals astma en maagzweren willen we voorkomen. Kies daarom voor hoge kwaliteit ruwvoer (let op stof, schimmel) en voer in 3 à 4 beurten per dag (anti-verveling). Voer je op de weide of in de paddock? Doe dit dan op een beschutte, droge, zandvrije plaats.
Voorzie daarnaast steeds vers drinkwater dat niet ijskoud is. Niet ijskoud betekent in dit geval minstens 5°C. Paarden die niet drinken lopen meer risico op obstipatie koliek. Voeg eventueel wat zout toe aan je rantsoen (bv. een liksteen) want daar krijgt je paard extra dorst van.
Het klassieke ruwvoer kan je aanvullen met rijstzemelen, plantaardige oliën en eventueel vitamine- en mineralensupplementen.
Over vitamine- en mineralensupplementen valt er veel te zeggen. Bedenk je voor de winter vooral dat paarden geen toegang hebben tot vers gras. Doordat hooi en voordroog opgeslagen worden, gaan bepaalde vitamines en mineralen (waarvan vitamine E de belangrijkste) verloren. Zoek in de winter eventueel naar een gepaste vitamine en mineralen balancer met extra vitamine E en C om je rantsoen mee aan te vullen.
Bekijk de individuele noden van jouw paard. Jij kent jouw paard het beste. Let op vermageren en/of gedragsveranderingen in de winter en vul het rantsoen eventueel aan met extra energie en vitaminen, maar voorzie steeds vers drinkwater. Twijfel niet om advies te vragen aan je dierenarts of voerspecialist!
Lieselotte Augustyns
Paardendierenarts paardendierenarts_lieselotte